Steeds vaker wordt de twijfel geuit of het monetaire beleid wel voldoende stimulans biedt. De aanhoudend zwakke groei, ondanks de lage of zelfs negatieve rente en de ruime liquiditeitsverstrekking, wordt gezien als bewijs dat het monetaire beleid faalt om de wereldeconomie uit het slob te trekken. Het lijkt erop dat het transmissiemechanisme tussen rentestand en economische groei niet meer werkt zoals vroeger.
Keith Wade, Azad Zangana, Marcus Jennings en James Bilson – economen bij Schroders – onderzochten het functioneren van het transmissiemechanisme tussen monetair beleid en reële economie.
Zij komen tot de conclusie dat deze na de financiële crisis niet meer zo vloeiend werkt als in het verleden. En een alternatief is er nog niet.
Er zijn eigenlijk vier transmissiemechanismen: credit markten, asset prijzen, verwachtingen en wisselkoers.
In het kort gezegd, als de rente daalt, nemen de kosten van krediet af (waardoor een een stimulans voor de particuliere sector ontstaat om leningen en uitgaven te verhogen), stijgen de asset prijzen (waardoor particulieren welvarender worden en eerder geneigd zijn te consumeren) en verbeteren de groeiverwachtingen van de economie (waardoor bedrijven en huishoudens meer bereid zijn in de toekomst te investeren).
Tegelijkertijd, maakt een rentedaling een valuta minder aantrekkelijk en, ceteris paribus, leidt dit tot een waardedaling van de munt die zal helpen het concurrentievermogen en de handelsprestaties te verbeteren.
Elk van deze mechanismen werkt door in de totale vraag en het verwachtingen-mechanisme heeft ook invloed op de loon- en prijsvorming, die vervolgens doorwerken in de binnenlandse prijzen, die in combinatie met invoerprijzen de inflatie bepalen. Maar sinds de financiële crisis gedragen de transmissiemechanismen zich anders dan voor de crisis.
Lenen is anders na financiële crisis
Als gevolg van de financiële crisis hebben banken hun leenvoorwaarden voor huishoudens aangescherpt, waardoor het niet meer zo makkelijk meer is voor huishoudens om geld te lenen of een hypotheek af te sluiten. Huishoudens zijn dan ook in de post-crisis periode drukker bezig geweest met het afbouwen van schuld dan met het aangaan van een nieuwe schuld.
Bedrijven hebben minder last van aangescherpte kredietvoorwaarden. Integendeel, het is ze makkelijker gemaakt vreemd kapitaal aan te trekken, maar de kapitaalbestedingen stijgen nauwelijks. De kredieten worden vooral aangewend voor terugkopen van aandelen, dividenduitkeringen of M&A-financiering en niet voor het doen van investeringen.
Assetprijzen stijgen, maar bestedingen niet
Het ruime monetaire beleid heeft de prijzen op de huizen- en aandelenmarkten flink opgedreven. Door het welvaartseffect dat hiervan uitgaat zouden huishoudens minder moeten gaan sparen en meer consumeren. Na de crisis steeg de spaarquote en langzamerhand is door de gestegen assetprijzen deze spaarquote weer gedaald maar niet ver genoeg; hij blijft op een hoog niveau steken.
Dit wordt deels veroorzaakt door de aangescherpte kredietvoorwaarden, maar is ook het gevolg van dat de grootste deel van de welvaartsstijging terechtkomt bij hen die al reeds een hoog inkomen genieten. Zij zullen door de ‘extra’ welvaart slechts marginaal slechts marginaal hun bestedingen verhogen.
Geloofwaardigheid centrale bankiers neemt af
Centrale bankiers kunnen ook de verwachtingen beïnvloeden met hun beleid en uitspraken, maar hun geloofwaardigheid is in de loop van de tijd sinds de financiële crisis niet meer zo groot.
Herstel- en groeiverwachtingen stellen structureel teleur omdat ze niet gerealiseerd worden. Het effect van het verwachtingsmanagement ebt dientengevolge ook weg.
Wisselkoersen werken wel, maar handel doet niet mee
Door de zwakte van de andere transmissiemechanismen is het valuta-mechanisme belangrijker geworden. Maar alleen een duurzame devaluatie kan een significant effect op de handel hebben omdat bedrijven hun productieplanning pas aanpassen als ze menen dat het concurrentievoordeel door een lagere valuta blijvend is.
Ook de zwakke wereldhandel is een factor beïnvloedt dit transmissiekanaal negatief. Als de handel in totaal nauwelijks groeit, is de groei-impuls die van een devaluatie uitgaat slechts beperkt.
Roep om verhoging overheidsbestedingen neemt toe
Centrale bankiers zullen in reactie op de zwakke economische activiteit alleen maar verder willen verruimen, maar naarmate duidelijker wordt dat hun inspanningen mislukken, zal de roep om overheidsbestedingen op te voeren verder toenemen. Hoewel het ruime monetaire beleid weinig effect heeft gehad op de reële economie is het wel ingebed in financiële markten die lage rentestanden voor de lange termijn inprijzen.
Het gevolg is dat een kleine verhoging van de rente een veel grotere impact heeft op de financiële markten en de stabiliteit dan voor de crisis. Centrale bankiers moeten zich dan ook ervan bewust zijn dat een kleine wijziging in hun beleid voor grote volatiliteit in de markten kan zorgen.
Het monetair beleid is aan het einde van zijn kunnen gekomen, maar een alternatief is nog niet beschikbaar. Daarom blijven de centrale bankiers de markten nog wel even bewerken, tot overheden zover zijn om hun bestedingen te laten toenemen.
Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!