De toegevoegde waarde van Nederlandse banken is vorig jaar met bijna 50% gestegen naar ruim 24 miljard euro. Hun aandeel in de Nederlandse economie steeg hierdoor van 2,8% in 2008 naar 4,2% vorig jaar. De daling van de rente heeft de productiewaarde fors doen stijgen.
De toegevoegde waarde is het saldo van geproduceerde diensten en intermediair verbruik. In 2009 is de productiewaarde met 34% gestegen, terwijl het intermediair verbruik veel minder sterk toenam.
In 2009 is de beleidsrente van de Europese Centrale Bank (ECB) fors gedaald, van 4,25% in begin oktober 2008 tot 1% vanaf mei 2009. Dit heeft ook effect gehad op de interbancaire rente. Daardoor is het rentevoetverschil tussen uitstaande leningen en de interbancaire rente fors toegenomen. Dit is de belangrijkste oorzaak van de zeer sterke stijging van de productiewaarde (en daarmee de toegevoegde waarde) van het bankwezen. Het verschil tussen de rentevoeten van deposito’s en de interbancaire rente nam af, maar had minder invloed omdat banken veel meer leningen uit hebben staan dan zij deposito’s hebben aangetrokken. De productiewaarde van het bankwezen steeg van 38,3 miljard euro in 2008 tot 51,1 miljard euro in 2009.
De sterke toename van de toegevoegde waarde van het bankwezen in 2009 hoeft overigens niet te wijzen op hoge bedrijfseconomische winsten. Die worden meestal bepaald voor het gehele bankconcern, dus inclusief eventuele buitenlandse dochterinstellingen. Bovendien wordt er rekening gehouden met de feitelijke rentestromen, kosten verbonden aan het afdekken van risico’s en voorzieningen.
Bron: CBS
Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!