De uitbundige groei van China is niet uniek. "Het volgt hetzelfde pad als Japan en Korea, waar men zich heeft ontwikkeld van een agrarische naar een industriële economie", zo zei Robert Wescott, economisch adviseur van oud-president Clinton en directeur van Keybridge Research.
Wij spraken Wescott exclusief in Beijing tijdens ?Pioneer Investments’ Colloquia Series’ over Redrawing the Map: new risk, new reward. De vraag is dus of de kansen nog wel in China liggen. Dat daar niet zomaar ?ja’ op kan worden gezegd, blijkt ook uit de uitspraken die werden gedaan door Jin Liqun, de topman van China Investment Corparation: de investeringsmaatschappij van de Chinese overheid. "We moeten van massaproductie naar innovatie", zegt Jin. "Dan moet niet worden gedacht aan zonnecellen of windmolens. Die kan iedereen maken. Dat is geen innovatie."
Nieuwe impulsen nodig
Wescott: "Japan is in 40 jaar sterk gegroeid. Net als in China is de periode van economische bloei voorafgegaan door de trek van het platteland naar de steden. De industrialisatie is daardoor op gang gekomen. China is nu in jaar 30 van deze groeiperiode. Bij deze ontwikkeling hoort een economische groei van 10%, veelal bij een inflatie van 5%. Dat hebben we ook gezien in de andere opkomende landen." Het zal echter minder worden. Jin denkt dat "de economische groei tussen de 5% en 8% zal gaan bedragen." In China zal het economische landschap er anders uit gaan zien. Jin: "Je kunt niet blijven groeien door te investeren in infrastructuur, dat in de afgelopen jaren goed was voor de helft van de groei." Nieuwe impulsen moeten er komen zoals vanuit de gezondheidszorg, een moderne landbouw en innovatie.
Om te innoveren zal echter wel aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan: ervaring en kennis. Wescott: "China moet natuurlijk voorkomen dat ze net als Japan na 40 jaar groei, 20 jaar nauwelijks groei heeft gekend. De op een na grootste economie van de wereld staat de komende 10 jaar dan ook voor grote uitdagingen. De democratisering van het land is daar een van." Dit wordt onderschreven door de overheid, die van China een open democratische socialistische staat wil maken.
Research & development
Een andere uitdaging is de culturele acceptatie van de verandering, die ongetwijfeld veel moeilijker is dan de liberalisering van de kapitaalmarkt. "In de Verenigde Staten is een goede infrastructuur ontstaan om kennis, wetenschap en geld bij elkaar te brengen. De kapitaalmarkt is gediversifieerd, en dat werkt goed." Jin zou dan ook graag zien dat bij de financiering van infrastructurele projecten de particuliere sector als investeerder gaat optreden. Nu is dat voornamelijk de lokale overheid. Die kredietverlening wordt door velen gezien als een dreigende bubbel. Volgens Jin valt dat wel mee: "Hooguit tussen de 5 en 10% valt in de categorie van riskante leningen; dat kunnen we wel aan." Lokale overheden zullen echter anders moeten gaan denken. "Ze moeten gaan investeren in research & development en niet langer kiezen voor participatie in massaproductie." Toch blijft het volgens Wescott onduidelijk hoe China er over 10 jaar voor zal staan. Alle bouwstenen zijn aanwezig om uit te groeien tot een krachtige natie. Wellicht kunnen beleggers en asset managers niet goed met deze onzekerheid overweg, want uit een onderzoek van Merrill Lynch blijkt dat zij niet langer voor China kiezen maar voor Japan. Wescott heeft volop vertrouwen in het vernieuwende beleid van premier Abe, die volgens de economisch adviseur van oud-president Clinton in een extreme periode tijd koopt met extreme maatregelen. Wescott verwacht als menig ander, dat de lagere yen een positief effect zal hebben op de export. De inflatie zal oplopen tot 1% (Abe wil graag 2%), maar erkent ook dat het Japan aan innovatie ontbreekt. De drie economische grootmachten: VS, China en Japan, vissen wat dat betreft in dezelfde vijver van kennis om vanuit innovatie nieuwe groei te genereren.
Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!