De industrie in China zit in een overgangsfase van kwantiteit naar kwaliteit. Met een groeiende middenklasse verschuift de focus bovendien steeds meer van export naar de eigen thuismarkt. De noodzaak tot professionalisering loopt hier als een rode draad doorheen en dat biedt kansen voor het Europese bedrijfsleven.
In een notendop zijn dit de belangrijkste conclusies van Alex Otto (CIO en directievoorzitter van Delta Lloyd Asset Management) en fondsmanager Angus Steel na hun reis door China. Zij hebben hier bedrijven uit het Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds bezocht om te ontdekken wat succesvolle strategieën zijn voor Europese bedrijven om winstgevend te opereren in deze competitieve omgeving. Welke uitdagingen en kansen zien deze bedrijven voor China en hoe spelen zij hier op in?
Ondanks de economische crisis kent China een groeiende binnenlandse vraag, wat haar voor westerse bedrijven nu ook een interessant afzetgebied maakt – en niet meer louter een goedkope productielocatie. Veel Europese bedrijven zijn in China om hier de vruchten van te plukken. Zo ook bedrijven uit het Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds (EDF).
Kijkje in de Chinese keuken
Daarom zijn CIO Alex Otto en fondsmanager Angus Steel naar China afgereisd om vijf ondernemingen uit hun beleggingsfonds te bezoeken; hun fabrieken te bekijken, het management persoonlijk te ontmoeten én met hun klanten te praten. Goede relaties en kennis van de strategie en van de lokale situatie vormen immers een essentieel onderdeel van de Deelnemingen beleggingsstijl. “Zo’n kijkje in de keuken krijg je alleen als men je vertrouwt. Voor ons is het nuttig om te zien hoe ‘onze’ bedrijven hun kansen in Azië proberen te verzilveren”, aldus Angus Steel.
Professionalisering
China’s rol in de wereldeconomie als enkel een goedkope productielocatie lijkt definitief voorbij. De vraag om kwalitatieve producten vanuit de eigen bevolking groeit met de dag, waardoor de aandacht steeds meer uitgaat naar de sterk groeiende thuismarkt. Dit verkleint de afhankelijkheid van de (zwakkere) westerse markten en van de potentiële opwaardering van de Chinese munt. Ook betekent het de opkomst van waardevermeerderende activiteiten, die tot nu toe vaak exclusief waren voorbehouden aan de Westerse opdrachtgevers, zoals design en branding. De slag van kwantiteit naar kwaliteit is niet eenvoudig. Er is niet alleen veel behoefte aan nieuwe kennis en vaardigheden, ook een interne cultuuromslag is noodzakelijk: denken in kwaliteit, productiviteit en toegevoegde waarde. “De Chinezen beseffen dat dit geen eenvoudige opgave is. De bedrijven die we hebben bezocht, zien in China een groeiende behoefte aan buitenlandse ondernemingen en mensen om dit soort werkzaamheden uit te voeren en de Chinese werknemers op te leiden. De volgende uitdaging wordt om een cultuur te ontwikkelen van actief ondernemen en van creativiteit. Dit biedt ‘onze’ bedrijven legio kansen”, aldus Alex Otto.
Auto’s en textiel
Twee belangrijke sectoren voor China zijn de auto- en textielindustrie. Beide kennen een enorme groei in productie- en verkoopcijfers, waarbij de thuismarkt leidend is. Naar verwachting kunnen in 2015 75 miljoen huishoudens zich een auto veroorloven en de verkoop van kleding groeit met 20%. Om de consumptiemarkt op dit peil te houden, dringt de overheid aan op hogere lonen en op het verplaatsen van goedkope arbeid naar het platteland of landen als de Filippijnen en Vietnam. Daarnaast stuurt de overheid aan op consolidatie van de top 3 textielproducenten met de zwakkere branchegenoten en heeft het zich ten doel gesteld de grootste producent van elektrische en hybride auto’s te worden.
Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!