Dipje is maar tijdelijk

Column | Nog geen reacties

Mijn collega’s en ik hebben al het nodige geschreven over de zwakte van de economie van de eurozone. Deze zwakte komt vooral tot uitdrukking in de daling van het ondernemersvertrouwen, maar is ook bevestigd door de BBP-cijfers over het eerste kwartaal. Het ondernemersvertrouwen is sterker gedaald dan we hadden verwacht en dit roept de vraag op of we wellicht niet onze groeiprognose voor heel 2018 moeten verlagen. En zo ja, hoeveel dan?

Ons antwoord op deze vraag kan kort zijn: volgens ons gaat het om een tijdelijke inzinking. We zien op dit moment dan ook geen reden om onze prognose dat de economie van de eurozone dit jaar in een boventrendmatig tempo doorgroeit, bij te stellen.

Wat is er toch aan de hand?

Wanneer de cijfers niet overeenkomen met je visie, vraag je je als econoom af wat er in vredesnaam aan de hand is. We zitten nu in zo’n interessante fase. De PMI voor de verwerkende industrie in de eurozone bereikte in december een hoogtepunt, maar is in april gezakt tot de laagste stand sinds maart 2017. De verwachtingscomponent van het ondernemersvertrouwen van de gezaghebbende Duitse Ifo-index maakte een nog sterkere duikeling: van een hoogtepunt in november 2017 naar de laagste stand sinds april 2016 in april. De vertrouwensindices in de VS hebben zich beter ontwikkeld. Van een wereldwijd patroon is dus geen sprake.

Misschien is het allemaal niet zo erg als het op het eerste gezicht lijkt. De bovengenoemde en ook andere vertrouwensindicatoren bevonden zich op de hoogste stand sinds jaren of soms zelfs decennia. Een terugval was dan ook onvermijdelijk. Bovendien waren deze ‘zachte’ cijfers hoger dan de hardere cijfers konden rechtvaardigen. Wat we nu zien, kunnen we tot op zekere hoogte bestempelen als een normalisatieproces. Ook de harde cijfers vertonen echter enige tekenen van zwakte, zij het in veel mindere mate dan de zachte cijfers.

Zoals ik al eerder heb gezegd, kunnen bepaalde tijdelijke factoren een rol hebben gespeeld: het soms barre winterweer in het eerste kwartaal, stakingen en zelfs de griepepidemie. Ook de waardestijging van de euro in de afgelopen 15 maanden is een mogelijke boosdoener. En dan zijn er nog de dreiging van een handelsoorlog (met de VS in de hoofdrol) en de groeivertraging van de wereldhandel (met China als bepalende factor).

Duitsland wordt harder getroffen

Alle rumoer rond een mogelijke handelsoorlog laat zijn sporen duidelijk na. Tekenend in dit verband is dat het ondernemersvertrouwen in Duitsland harder is teruggelopen dan in de meeste andere landen van de eurozone. Duitsland heeft een groot bilateraal handelsoverschot met de VS (en hierdoor een groot overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans). Dit heeft de woede van de Amerikaanse president Donald Trump gewekt. Het is niet waarschijnlijk dat de VS handelsrestricties oplegt alleen aan Duitsland en niet aan andere EU-landen. Het kan zijn dat Duitse ondernemers zich simpelweg meer bewust zijn van de kwestie. Het handelsgeschil lijkt ook meer te leven in de Duitse media dan in de meeste andere EU-landen.

Dipje economie is maar tijdelijkEen andere mogelijke verklaring voor de zwakte van de eurozone is dus de vertragende groei van de wereldhandel, vooral door toedoen van China. De economie van de eurozone heeft een veel opener karakter dan de Amerikaanse economie en is ook sterker gericht op de Chinese markt. Dit verklaart mogelijk waarom de economie van de eurozone harder wordt getroffen dan de Amerikaanse economie.
Chinese cijfers zijn vertekend, maar lijken in orde te zijn

Het probleem van onze redenering is hoe deze met cijfers te onderbouwen. Normaal hoef je alleen maar naar de handelsstromen te kijken. De handelsstromen van China worden echter sterk vertekend door het Chinees Nieuwjaar. Hierdoor zijn de jaar-op-jaar cijfers heel moeilijk vergelijkbaar. Deze cijfers waren voor januari (sterk) en februari (zwak) duidelijk vertekend. Tot op welke hoogte ze een vertekend beeld schetsen, is echter onmogelijk in te schatten. We moeten daarom naar de cijfers voor de maanden daarna kijken. In maart liet de groei van de Chinese invoer, inclusief de invoer uit Duitsland, een fraai herstel j-o-j zien. Andere economische variabelen in Azië zijn recentelijk nogal wisselend. De Chinese PMI’s voor april waren iets beter dan verwacht en duidden zeker niet op ernstige zwakte. In Zuid-Korea, Taiwan en Maleisië waren de PMI’s zwakker, maar in India, Indonesië en Thailand waren ze sterker. Al deze cijfers bieden geen doorslaggevend bewijs, maar hieruit kan ook niet worden afgeleid dat de groei van de wereldhandel aanzienlijk en langdurig vertraagt.

Bedrijven in de eurozone blijven fors investeren

Andere ontwikkelingen in de eurozone doen nog steeds vermoeden dat de economie hier goed draait. Een sterkere toename van de bedrijfsinvesteringen is een van onze pijlers onder onze verwachtingen voor 2018. Dit lijkt nog steeds juist. Hoewel de groei van de bedrijfsinvesteringen in 2017 niet zwak was, voorzien we voor dit jaar een versnelling. Vorig jaar zijn de orders voor kapitaalgoederen die vanuit andere eurolanden bij Duitse fabrikanten zijn geplaatst, met 7,1% gestegen. Voor de drie maanden tot februari is dit echter 14,7% j-o-j. Verder groeit de bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen in een steeds hoger tempo.

 


Deel dit artikel

Geschreven door:

Han de Jong

Drs. Han de Jong topeconoom/eigenaar Crystal Clear Economics


Bekijk alle 27 berichten van Han de Jong

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het columns overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten