Amerikaanse arbeidsmarkt: herstel of recessie?

Column | Website: www.ohv.nl | Nog geen reacties

De markt. Dat is het antwoord op de vraag wie van de twee, de Fed of de markt, als eerste met de ogen zou knipperen.

Maandenlang gaf de Fed aan de rente te willen verhogen naar iets boven de 5% en die de rest van het jaar daarop te houden. Maandenlang zag de markt dat aan voor een monetaire witz; ja, de Fed zou de rente dit voorjaar opkrikken naar iets boven de 5%, maar vervolgens in de tweede helft van het jaar de bijl erin zetten en het jaar uitluiden op iets meer dan 4%.

Dat was de verwachting. Ook toen Jerome Powell, voorzitter van de Fed, na de laatste rentevergadering letterlijk zei dat renteverlagingen dit jaar niet voor de hand liggen, trok de markt zich weinig aan van die woorden. Nu is de markt bijgedraaid. De verwachting is nog steeds dat de Fed de rente eind dit jaar zal kortwieken, maar bij lange na niet zo veel als dat de markt eerder voorzag. Wat de markt dwong zijn verwachtingen te herzien, was het sterke arbeidsmarktcijfer van januari.

Waar analisten iets minder dan 200.000 nieuwe banen hadden verwacht, meldde het Amerikaanse bureau voor de statistiek een toename van 517.000. Tijdens de laatste persconferentie zei Powell dat de arbeidsmarkt moet afkoelen voordat de Fed kan gaan denken aan een rentepauze.

In januari lijkt de arbeidsmarkt juist verder oververhit te raken. ‘Lijkt,’ want of dat echt het geval is, dat moet ik de komende maanden nog zien. De reden is dat ik er steeds meer moeite mee heb allerlei andere indicatoren van hoe de Amerikaanse arbeidsmarkt zich ontwikkelt, te rijmen met dat cijfer van ruim een half miljoen nieuwe banen erbij in januari.

Het aantal Amerikanen dat elke week een uitkering aanvraagt is de laatste tijd iets opgelopen. Het mag geen naam hebben, maar er is óók geen sprake van een enorme daling van die aanvragen. De maandelijkse inkoopmanagement indices – u weet wel, die scores waarvoor geldt dat bij 50 punten of meer er sprake is van groei en bij minder dan 50 punten van krimp – wijzen ook niet in de richting van een enorm aantal nieuwe banen in de VS.

De Fed zou daar slapeloze nachten van moeten krijgen!”

Bij bedrijven uit de industriële sector stond de sub-index voor werkgelegenheidsontwikkelingen op 50,6 punten, iets lager dan een maand eerder. In de dienstensector kwam de teller op precies 50 punten tot stilstand in januari. Het uurloon lag in januari 4,4% hoger dan een jaar eerder. Daarmee vlakt de stijging van de lonen af. In de maanden ervoor stegen de lonen nog met ruim 5%. Een versnelling van de stijging is wat ik eerder zou verwachten bij een verdere oververhitting van de arbeidsmarkt.

Het maandelijkse arbeidsmarktrapport van de loonlijstenverwerker ADP voor de maand januari had het over een toename van het aantal banen met 106.000. ADP verwerkt loonlijsten voor circa 25 miljoen werknemers in de VS. Dat rapport zit er ook vaak naast maar het verschil tussen 106.000 en 517.000 is wel erg groot.

Overigens blijkt uit het ADP-rapport dat de lonen in de VS met iets meer dan 7% zijn gestegen, een percentage dat meer in lijn der verwachtingen ligt gezien de situatie op de arbeidsmarkt dan wat het Amerikaanse bureau voor de statistiek meldt.

Seizoencorrectie arbeidsmarkt

En dan is er in het officiële arbeidsmarktrapport ook een opmerkelijk cijfer te vinden. Het aantal nieuwe banen is het aantal dat bedrijven zeggen dat ze gecreëerd hebben als ze het Amerikaanse bureau voor de statistiek aan de lijn krijgen. De medewerkers ervan vragen ook de Amerikaanse huishoudens naar de verandering in werkgelegenheid. In januari prijkte daar een toename van het aantal banen van 894.000!

Amerikaanse arbeidsmarkt: herstel of recessie?Maar…het Amerikaanse bureau voor de statistiek voert elke maand ook een seizoencorrectie door; de arbeidsmarkt in juli is een hele andere dan in januari, bijvoorbeeld door het weer. Die seizoencorrectie, standaardpraktijk bij statistieken overigens, zorgt ervoor dat de seizoenseffecten zoveel mogelijk uit de cijfers worden gehaald.

In januari telden de Amerikaanse statistici 810.000 nieuwe banen bij in het deel van de ondervraging dat gebaseerd was op gesprekken met de Amerikaanse huishoudens. Ofwel: die huishoudens gaven aan dat er in januari 84.000 nieuwe banen erbij zijn gekomen.

Dat is niet alleen veel minder dan het eerdergenoemde getal van 517.000, maar komt ook vrij aardig in de buurt van het cijfer uit het ADP-rapport. Het bovenstaande wijst er ook niet op dat de arbeidsmarkt afkoelt, zeker niet, maar het een en ander is wel lastig te rijmen met ruim een half miljoen nieuwe banen erbij in de eerste maand van dit jaar.

Het zou me daarom niet verbazen als de Fed later dit jaar er niet aan ontkomt de rente te verlagen. De economische groei koelt af, inflatie blijft zakken en dat het werkloosheidspercentage met 3,4% het laagste is in decennia, is eigenlijk geen argument. Die bereikte in het verleden altijd het dieptepunt vlak voor een recessie in de VS.

Vertraagt de arbeidsproductiviteit?

Tot slot: als het aantal nieuwe banen in januari van 517.000 de werkelijkheid is, dan heeft de Amerikaanse economie een heel groot probleem, veel groter dan de hoge inflatie, en zou de Fed daar slapeloze nachten van moeten krijgen! Waar ik het over heb? In de wetenschap dat de economische groei in de VS in januari zeker niet spectaculair is geweest, zouden 517.000 nieuwe banen betekenen dat de productiviteit van de Amerikaanse werknemer in die maand wel spectaculair is gedaald.

Een economie waarvoor geldt dat de toename van de arbeidsproductiviteit vertraagt, heeft te maken met wind tegen omdat een tragere toename van de productiviteit doorgaans een lagere economische groei betekent. Een tragere toename van de productiviteit betekent ook dat bedrijven minder goed in staat zijn oplopende kosten te absorberen. Zij moeten dan óf de prijzen verder proberen te verhogen óf genoegen nemen met minder winst.

Als dat de gevolgen van een tragere toename van de productiviteit zijn, dan kunt u zelf wel bedenken wat de gevolgen van een regelrechte afname ervan kan betekenen.


Deel dit artikel

Geschreven door:

Edin Mujagić

Edin Mujagić (1977) is macro-econoom en sinds februari 2018 hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer. Hij is gespecialiseerd in (het beleid van) de centrale banken. Edin is auteur van meerdere boeken op monetair gebied, zoals ‘Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’ (2016) en Geldmoord (2012) en is lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit de hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.


  • Volg mij via
Bekijk alle 59 berichten van Edin Mujagić

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het columns overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten