Slechts tijdelijk hoge inflatie is geen zekerheid

Column | Website: www.ohv.nl | Nog geen reacties

Bijna exact twee jaar nadat de Nederlandse tienjarige staatsrente onder nul procent was gezakt, is deze weer boven NAP van de kapitaalmarkt uitgekomen. De belangrijkste reden voor de stijging van circa 50 basispunten sinds begin dit jaar is simpelweg de stijging van de langetermijnrentes elders, vooral in Duitsland, waar de tienjaars inmiddels ook bijna boven nul staat.

De rentes elders op hun beurt lopen op door een aantal redenen, waarvan de stijging van de inflatie de belangrijkste is. In de VS kwam de geldontwaarding in april uit op 4,2 procent. Grote kans dat de inflatie dit jaar zowel in Europa als de VS regelmatig in de buurt van 3 procent zal liggen of zelfs erboven.

Dat is nogal een gebeurtenis. De afgelopen tien jaar was de inflatie laag en dalend. Voorlopig lijkt dat veranderd te zijn in hoger en stijgend. Geen wonder dat de inflatieverwachtingen ook klimmen. Stijgende inflatieverwachtingen nemen de langetermijnrentes mee naar boven.

Dat de langetermijnrentes stijgen – hoewel de ECB en de Fed elke maand voor meer dan 100 miljard euro/dollar spenderen aan het opkopen van staatsobligaties –  is in mijn optiek een belangrijke les voor beleggers. Die stijging geeft aan dat kwantitatieve verruiming niet omnipotent is als de markt het op zijn heupen krijgt.

Een andere interpretatie kan zijn dat kwantitatieve verruiming niet meer werkt. Natuurlijk, een belangrijk deel van de inflatiestijging is een statistisch effect, doordat de prijzen vergeleken worden met extreem lage waarden vorig jaar. Deels stuwen ook tijdelijke factoren de prijzen op.

“Of de inflatiestijging tijdelijk blijkt te zijn, zal pas eind dit jaar of begin volgend jaar blijken”

Maar als ik naar de maand-op-maand inflatiecijfers kijk (waar dat statistische effect niet in zit) dan zie ik ook behoorlijke stijgingen. In april stegen de prijzen in de VS op maandbasis met 0,8 procent, de hoogste toename sinds begin jaren tachtig. Dat is nogal wat. Het is voor centrale bankiers maar ook voor beleggers een reden zich af te vragen of het wel klopt dat de recente stijging van de inflatie alleen maar statistisch en tijdelijk gedreven is. Uit allerlei enquêtes in de VS blijkt dat bedrijven te maken hebben met stijgende kosten, kosten die echt niet altijd tijdelijk zullen blijken te zijn.

Er wordt ook vaak gesteld dat inflatie niet langdurig kan stijgen als de loonkosten niet sneller toenemen. Loonkosten zijn voor bijna alle bedrijven de grootste kostenpost. Dan wordt er vaak gewezen naar de stijging van het uurloon in de VS die best laag is. Niets aan de hand dus. Of toch wel?

Loonkosten zijn voor een bedrijf meer dan de hoogte van de uurloon. Uit de cijfers van het Amerikaanse bureau voor de statistiek blijkt dat de totale loonkosten in het eerste kwartaal van dit jaar met 3 procent zijn gestegen, de grootste toename sinds 2001.

Omdat een deel van de stijging door die tijdelijke factoren komt, zullen de inflatiecijfers na verloop van tijd ietwat dalen. Daar plaats ik wel nog twee kanttekeningen bij.

Slechts tijdelijk hoge inflatie is geen zekerheidTen eerste: ik houd er sterk mee dat een deel van de stijging van de inflatie níet tijdelijk is en dat de geldontwaarding hoger zal zijn dan in de afgelopen jaren.

In de tweede plaats: wanneer de inflatie de komende maanden keer op keer een 3 of zelfs een 4 voor de komma zal hebben, dan kan dat onder beleggers maar ook beleidsmakers voor enige paniek zorgen, hetgeen voor extra volatiliteit op de financiële markten kan leiden. Hoe sterk is de belofte van de Fed om de monetaire koers te handhaven, ook als de inflatie maand in maand uit meer dan 3% bedraagt?

Of de inflatiestijging tijdelijk blijkt te zijn, zal pas eind dit jaar of begin volgend jaar blijken. Tot die tijd kan het op de markten behoorlijk spoken. En wat als er mocht blijken dat er ook andere krachten aan het werk zijn en dat de inflatie helemaal niet terugvalt? Dát kan een aardverschuiving in de plannen voor het monetaire beleid voor de komende jaren veroorzaken of op zijn minst te verwachtingen daarover die thans in de koersen op de markten zijn verwerkt.


Deel dit artikel

Geschreven door:

Edin Mujagić

Edin Mujagić (1977) is macro-econoom en sinds februari 2018 hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer. Hij is gespecialiseerd in (het beleid van) de centrale banken. Edin is auteur van meerdere boeken op monetair gebied, zoals ‘Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’ (2016) en Geldmoord (2012) en is lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit de hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.


  • Volg mij via
Bekijk alle 59 berichten van Edin Mujagić

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het columns overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten