Een collega van ons, Edin Mujagic, heeft vorige week een speciale dag voor ECB watchers bezocht. De oudere lezers onder ons herinneren zich waarschijnlijk nog dat je vroeger Kremlin watchers had.
Zij keken naar de beelden van bijvoorbeeld de 1 mei parade en trachtten aan de lichaamstaal van de partijleden te ontdekken wie steeg in de gelederen van de communistische partij.
De ECB watchers luisteren vooral naar wat tussen de regels wordt gezegd door de ECB bestuursleden. Een geoefend oor hoort dus wat voor signalen er naar de markt of politici worden gegeven.
In grote lijnen was het signaal dat als het aan de ECB ligt de rente met korte looptijden, dus ook uw spaarrente nog langer laag zal blijven dan gedacht. Er zijn een paar veranderingen in woordkeuzes die aanleiding geven tot deze conclusie. Hieronder zullen er een aantal worden behandeld.
Inflatie moet ook rond de 2% blijven ná beëindiging opkoopprogramma
Zo herhaalde de ECB-President Draghi dat dé voorwaarde voor de ECB om de officiële rente te gaan verhogen, is dat de inflatie in de eurozone op overtuigende wijze richting twee procent gaat klimmen. Twee procent jaarlijkse inflatie is de doelstelling van de bank.
Hoewel dat niets nieuws onder de zon was, voegde hij daaraan toe dat de trend in de inflatie nu weliswaar omhoog is gericht, maar dat de inflatie ‘zwaar leunt op zeer ruim monetair beleid’.
Dit alles is belangrijk, omdat het betekent dat de rente pas (noemenswaardig) omhoog zal moeten in de ogen van de bank wanneer de ECB a) voldoende overtuigd is dat de inflatie op middellange termijn (lees: zo’n twee jaar vooruit) voldoende zal stijgen en b) van oordeel is dat die vervolgens niet zal terugvallen als de ECB de rente gaat verhogen.
Vandaar dat de kwartaalramingen van de ECB-economen over inflatie zo belangrijk zijn om in de gaten te houden (de eerstvolgende editie komt in juni uit).
Sterke stijging euro betekent langere lage spaarrente
Dat de euro de laatste tijd sterker is geworden ten opzichte van de dollar, vindt de ECB niet meer dan logisch. De economie van de eurozone draait goed, beter dan die van de VS zelfs, de politieke onzekerheid in de VS is groter dan bij ons en waar renteverhogingen van de Fed al lang en breed ingeprijsd zijn in de koers, geldt dat toch minder voor het ECB-beleid.
De ECB meent dat een deel van de stijging van EUR/USD ‘niets te maken heeft met fundamentele factoren’. Ofwel: dat EUR/USD gestegen is, vinden we als ECB logisch en dus prima, maar een deel van de stijging is niet door zulke fundamentele factoren te verklaren en is dus ongewenst vanuit de ECB bezien.
Waarom? Omdat het de economische expansie in de eurozone en de inflatievooruitzichten kan schaden. Dat betekent concreet dat als EUR/USD verder stijgt de komende maanden, de ECB in toenemende mate nerveus zal worden. Aangezien een sterke euro een neerwaartse druk op de inflatie heeft, kan een mogelijke verdere stijging van EUR/USD gevolgen hebben voor de afbouw van QE en ook het moment van de eerste renteverhoging door de ECB kan doen uitstellen.
Conclusie renteverhoging pas in zomer 2019
Dat het bovenstaande niet alleen een persoonlijke zorg van de tweede man van de bank was, bleek ook toen Draghi zei ervoor te waken dat ‘premature verwachtingen over een eerste renteverhoging’ de mate van de monetaire stimulus verlagen.
Lees: wij van de ECB vinden het maar niets dat door de onterechte verwachtingen op de markt we eerder dan verwacht de rente zullen verhogen. Wat Draghi in feite zegt, is dat als analisten gaan verwachten dat de ECB de rente eerder zal verhogen dan zeg zomer/herfst 2019, zij er echt naast zitten.
Ook om eerdergenoemde redenen geldt dat de ECB liever aan de late kant zal willen zijn met renteverhogingen dan aan de vroege kant.
Dit alles betekent dat de spaarrente waarschijnlijk nog twee kalenderjaren rond de nul procent zal bewegen.