Voor de markten is de ECB-bijeenkomst van vandaag ogenschijnlijk een fundamenteel non-event.
Als verwacht is niets gedaan met de rente, als verwacht stopt men eind dit jaar met het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties en als verwacht blijft men de ontvangen aflossingen herinvesteren, wat in feite een vorm van QE is. Draghi houdt de rente dus kunstmatig laag. Ondanks enkele economische tegenvallers blijft het beleid afgestemd op de doelstelling van een inflatie van tegen de 2%. Het FD schrijft: “De voorspellers van de ECB verwachten 1,9% economische groei in 2018, 1,7% in 2019 en 2020, 1,5% in 2021. Vergeleken met voorspellingen uit september zijn de verwachtingen voor 2018 en 2019 iets verlaagd.De inflatie daalt de komende maanden waarschijnlijk door lagere energieprijzen. Maar door economische groei, sterke consumptie en de lage werkloosheid stijgen de lonen. Op de middellange termijn stijgt de inflatie. De ECB rekent op 1,8% inflatie in 2018, 1,6% in 2019 en 1,7% in 2020 en 1,8% in 2021.”
Kortom, de rente blijft nog heel lang laag, omdat de inflatie de komende jaren niet boven de 2% dreigt te komen. Door de gesignaleerde vorm van mini QE, probeert de ECB te voorkomen dat de economie afzwakt. Met een mini QE bouw je ook monetaire reserves op om de economie een impuls te geven. Dat is positief voor de aandelenmarkten.
