De Chinese yuan maakt sinds dit weekeinde onderdeel uit van de speciale trekkingsrechten van het IMF (SDR), wat moet worden gezien als een mandje van de Amerikaanse dollar, euro, Britse pond, yen en yuan dat als reservevaluta dient. Sommigen zien hierin de toekomstige wereldvaluta.
Sterk van export afhankelijke landen zullen zich daar ongetwijfeld tegen verzetten, omdat ze dan minder middelen ter beschikking hebben om hun afzet naar het buitenland te stimuleren. Vooral Japan zet daar zwaar op in.
Dat wordt onderstreept door de technische positie van de euro/yen, die met maar liefst 20% kan stijgen tot de bovengrens van 137,15.
Het plaatje voor de euro/dollar is stabiel. Het euro/pond kan met 22% dalen naar de ondergrens van 0,68. Voor internationaal opererende beleggers is dat een waardevolle lokeend, omdat het de risico’s van een belegging in Britse aandelen minder riskant maakt.