De Fed heeft zichzelf alle ruimte gegeven om het rentespel te blijven spelen met de markten.
Dat is goed gezien de angst voor de fundamentele overwaardering van aandelen, hoewel dat best meevalt met de hoogte van de koers/winstverhoudingen. Voor de AEX ligt het gemiddelde op 21, voor de MSCI Europa is dat 20 en voor de S&P 500 is dat 22. Bij deze waarderingen kan het geen kwaad bubbels te voorkomen door het rentespook van stal te halen. Fed-president Yellen heeft dat gisteren gedaan door te zeggen dat er ruimte is voor nog een verhoging dit jaar nadat zij de rente met een kwartje had verhoogd naar 1,25%. Tegelijkertijd tempert ze de angst voor een te snelle stijging door te zeggen dat de inflatie laag is (1,7% in mei) en dat de werkloosheid zal dalen van 4,3% in 2017 naar 4,2% in de jaren 2018 en 2019.
Overmoedig
Om te voorkomen dat het enthousiasme doorslaat zegt ze wel dat de inflatie zich later op een hoger niveau zal stabiliseren en dat de langetermijndoelstelling voor de werkloosheid 4,6% bedraagt. Yellen realiseert zich maar al te goed dat de groei van de Amerikaanse economie is gebaat – sterker dan in andere landen – bij een goed functionerende aandelenmarkt zonder al te grote neerwaartse schokken. Haar raming over de groei voor dit jaar – die is verhoogd van 2,1% naar 2,2% – is positief voor de winstverwachtingen. Het totale plaatje wekt de indruk dat Fed-president Yellen de markt de boodschap wil meegeven dat de economie eerst wat meer vet op de botten moet hebben voor harder aan de monetaire teugels wordt getrokken. Dat wordt onderstreept door de matiging van de afbouw van de balans van de Fed. Er worden geen grote stappen gezet en er wordt geen haast mee gemaakt.
