Marieke Blom (ING): ‘Onderschat de economische impact van de Europese verkiezingen niet’

Geplaatst door | Nog geen reacties Europa, Economie & Landen, Research

Het pro-Europese politieke midden houdt in het Europees parlement stand. In menig zakelijke bestuurskamer klonk een zucht van opluchting. Maar op termijn schaden deze verkiezingen het groei- en aanpassingsvermogen van Europa op het slechtst mogelijke moment, aldus Marieke Blom, hoofdeconoom ING.

Marieke Blom (ING): 'Onderschat de economische impact van de Europese verkiezingen niet'Op de conjunctuur hebben Europese verkiezingen maar weinig direct economisch effect. Immers, de Europese begroting is miniscuul: de uitgaven bedragen zo’n 1% procent van de totale Europese economie. Voor het beinvloeden van de conjunctuur moeten we bij nationale overheden zijn, zij geven in Europa gemiddeld 50% van het bbp uit per jaar.

De economische impact van deze Europese verkiezingen loopt daarom ten eerste via de invloed op het nationale begrotingsbeleid, vooral in Frankrijk en Duitsland. De partijen van Macron en Scholz moeten het doen met de steun van slechts een op de zeven van de kiezers, wat hun macht uitholt. Macron koppelde er met de aankondiging van tussentijdse parlementsverkiezingen de steun in het parlement aan.

De Franse verkiezingen komen in de maand waarin naar verwachting de Europese Commissie het land op de strafbank zet wegens het hoge tekort van de overheid. Dit betekent dat het nieuwe parlement extra bezuinigingen moet afkondigen – op overheidsuitgaven die ruim de helft van het bbp bedragen – of dat er een conflict ontstaat tussen Frankrijk en de commissie. Dat eerste remt direct de Franse economie af. Het tweede lijkt bij een populistischer parlement waarschijnlijker en doet de rentes op de Franse overheidsschuld stijgen. Dat zien we nu al gebeuren. Als dit aanhoudt, remt ook dit de Franse economie af, want het wordt dan voor bedrijven en huishoudens duurder om te lenen. In dat geval krijgt de overheid last van de hogere rentes en zal dus uiteindelijk waarschijnlijk ook de uitgaven terugschroeven.

Via de Franse verkiezingen leiden de Europese verkiezingen daarom tot politieke onzekerheid en het risico op onverantwoord of schoksgewijs begrotingsbeleid in Frankrijk en daarmee tot meer volatiliteit op de financiele markten op de korte termijn.

In Duitsland verwachten we niet direct verkiezingen, maar wel een verdere toename van de spanning op de huidige onderhandelingen over de overheidsuitgaven, wat leidt tot beleidsonzekerheid. Tot de volgende verkiezingen in Duitsland (naar verwachting in 2025) lijkt het bovendien onwaarschijnlijker dat de Duitse overheid zou kiezen voor beleid dat de groei kan stimuleren, zoals uitgaven aan infrastructuur of hervormingen, door de politieke situatie die nog fragieler is geworden.

Maar de belangrijkste gevolgen zien we op langere termijn, via de invloed op Europese regels. Dit is vanzelfsprekend de belangrijkste manier waarop Europa bepalend is voor de economische ontwikkeling op ons continent. Met een verzwakte positie van de Duitse en Franse staatshoofden is de aanjagende functie die de twee landen vaak hebben op Europees beleid nog minder sterk dan de laatste jaren al het geval was.

Voor de Europese regelgeving is ook belangrijk dat kiezers in veel landen wel degelijk anti-Europeser stemmen, terwijl meer pro-Europese partijen hun agenda opschuiven naar een meer kritische houding om de kiezer aan zich te binden. Landelijke politici zullen zich in sociaal-economisch opzicht minder op de Europese en meer op de nationale beleidsagenda willen richten. Ze zullen terughoudender zijn bij grote Europese projecten die in eigen land argwanend bekeken worden. Het Noorden zal kritisch kijken naar het gezamenlijk financieren van bijvoorbeeld defensie, vergroening of innovatie. Ook Europese uniformering van regelgeving, zoals voor de markt voor diensten of een beter werkende financiering van het bedrijfsleven via de kapitaalmarktunie zullen moeizamer verlopen.

Al met al neemt de kans op beleid dat de groei in Europa ondersteunt af. Daarnaast is de beleidsonzekerheid groter en de wendbaarheid van Europa kleiner. Het ontmoedigt bedrijven om te investeren, op het moment dat Europa bijvoorbeeld een flinke inhaalslag te maken heeft op gebied van AI. Dit is een geleidelijke uitholling van het verdienpotentieel, terwijl Europa sterk vergrijst. Ook de slagvaardigheid van Europa neemt af, juist nu Europa heen en weer geslingerd wordt in de rivaliteit tussen China en de Verenigde Staten.

Ja, de politieke verschuiving naar meer fragmentatie en een anti-Europese houding gaat slechts geleidelijk. Toch zou die in bestuurskamers nog altijd tot grote zorgen moeten leiden.

Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!


Deel dit artikel

Geschreven door:

Eddy Schekman

Eddy Schekman woont en werkt vanuit China en houdt zich vooral bezig met duiding van het financiële nieuws voor ondernemende beleggers. Sinds 2008 publiceert hij voornamelijk voor het Cash platform.


De berichten op Cashcow kunt u ook lezen via de distributieplatforms LinkedIn, Twitter of Facebook. Vragen worden alleen beantwoord via deze website en niet via social media. Haatdragende of respectloze vragen/reacties zal ik niet in behandeling nemen.


Bekijk alle 20285 berichten van Eddy Schekman

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het nieuws overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten