Unilever en Philips zijn de enige twee Nederlandse bedrijven die volgens BCG tot de 50 meest innovatie bedrijven behoren. De Amerikaanse bedrijven nemen een dominante positie in, zo blijkt uit hun onderzoek.
Meer dan de helft van de genoemde ondernemingen is Amerikaans. Innovatie is belangrijk voor toekomstige groei. Als deze bedrijven een benedengemiddelde waardering hebben, zou het management zich achter de oren moeten krabben over hoe zij hun boodschap beter op het beurspodium moeten brengen.
Philips zweeft op 32,83 euro tussen de boven- en ondergrens van de bandbreedte. De bovengrens ligt op 36 euro en de ondergrens op 31 euro. De trend toont een lichte afzwakking. Het prijsmomentum lijkt op zoek naar een reden voor een technische doorbraak waarna de opgaande beweging kan versnellen. Dit is wel ten koste gegaan van de Relatieve Performance vs AEX, die sinds september vorig jaar is gedaald van 1,1 naar 1,0.
Unilever staat op 46,20 euro onderin de bandbreedte. De bovengrens ligt op 52 euro. De trend is wel negatief, maar kan redelijk eenvoudig omslaan gezien de ontwikkeling van het prijsmomentum. Een nadeel is de lage bèta van 0,8. In een opgaande markt zullen beleggers eerder kiezen voor een aandeel met een hoge dan lage bèta. Voor de aandelen wordt 22,9 keer de winst betaald.
