Allemansvriend Mario Draghi heeft gisteren als ECB-president gisteren een historische stap gezet.
Bart Hordijk, valuta-analist bij Monex Europe: “Haviken kregen waar zij al maanden op aandringen door een aankondiging van de beëindiging van het opkoopbeleid per december 2018, waar de duiven tevreden gesteld werden met de aankondiging dat de eerste renteverhoging niet voor de zomer van 2019 verwacht hoeft te worden. Daarnaast deelde Draghi mee dat de inflatieverwachtingen in 2018 "opvallend" verhoogd zijn, mede door de hogere olieprijzen. Onzekerheid rondom de inflatieverwachting is langzamerhand op de weg terug en de kerninflatie lijkt langzaam aan te sterken, hoewel de hogere hoofdinflatie voorlopig voornamelijk gedreven wordt door energieprijzen. De inflatie stijgt dus, maar in de kern slechts langzaam. Daarbovenop werden de groeiverwachtingen voor dit jaar naar beneden bijgesteld. Draghi schreef vandaag niet alleen geschiedenis, maar herschreef en passant ook even tekstboeken monetaire theorie door te zeggen dat het Opkoopprogramma vanaf nu voor altijd een nieuw gereedschap is voor monetair beleid. Dit was impliciet al wel bekend, maar doordat Draghi dit nu expliciet benoemt, lijkt er geen weg meer terug en kunnen we ons opmaken voor actieve centrale banken in obligatiemarkten, tot ver in de toekomst.”
Iedereen zal daar maar wat blij mee zijn in een periode van lage rente in combinatie met een (dreigende recessie) of een uit de hand lopende inflatie.
