Gouden ei of lege dop?

Column | Nog geen reacties

Na de woekerpolisaffaire en de slechte beleggingsresultaten lijken fancy Universal Life beleggingsproducten helemaal uit te zijn. Of toch niet? Onderlinge ’s-Gravenhage springt in op een behoefte aan zekerheid.

We willen graag weer back to basics en staan weer open voor producten zoals we die al kennen uit de tijd voor de woekerpolis. De levensverzekeraar Onderlinge ’s-Gravenhage lijkt in deze behoefte te voorzien met traditionele levensverzekeringsproducten en een geschiedenis die teruggaat tot 1895. De productie van de verzekeraar uit Den Haag steeg in 2008 met maar liefst bijna 30%. Heeft Onderlinge ’s-Gravenhage daarmee het gouden ei in handen?

Rendement is brutorendement

Bij de producten van Onderlinge ’s-Gravenhage krijgt de deelnemer een verzekerd kapitaal op einddatum. Dit eindkapitaal is dus volledig gegarandeerd. Tot 10 juli van dit jaar was deze garantie gebaseerd op een rendement van 3% per jaar. Vanaf die datum wordt een garantierendement afgegeven van 2,5% per jaar. Naast het gegarandeerde kapitaal wordt jaarlijks een winstuitkering bijgeschreven. Van de winst die de verzekeraar maakt wordt 95% uitgedeeld aan de deelnemers (lees: polishouders). Deze winstuitdeling verhoogt het verzekerde kapitaal. Bij elke winstuitdeling zal het dus het garantiekapitaal op einddatum toenemen. Op basis van de resultaten van de afgelopen 20 jaar bedraagt deze winstdeling 4,6% per jaar waardoor het totale rendement uitkomt op 7,1%.

Tot zover echter het goede nieuws. Als de financiële bijsluiter van het product goed bekeken wordt dan valt op dat alle genoemde rendementen bruto zijn. Met andere woorden, dit zijn de rendementen vóór aftrek van de kosten. Indien gedurende 20 jaar maandelijks 100 euro wordt ingelegd bedraagt de garantie o.b.v. 2,5% op de einddatum 25.216 euro. Dit komt neer op een nettorendement van circa 0,5%. Dit betekent dat van het rendement van 2,5% er circa 2% aan kosten teniet wordt gedaan. Dit is circa 5.000 euro over de gehele looptijd. Helemaal onderaan de streep wint de deelnemer dus 1.216 euro terwijl er aan kosten het viervoudige verdwijnt.

De tussentijdse waarde laat een onverwachte garantie zien. Na 10 jaar bedraagt de garantie o.b.v. 2,5% namelijk 10.523 euro terwijl er 12.000 euro is ingelegd. Het garantierendement is dus na 10 jaar onvoldoende om de kosten goed te maken.

Ook het historische rendement van 7,1% is weergegeven als een bruto rendement. Volgens de financiële bijsluiter loopt op basis van dit rendement het eindkapitaal op naar 42.723 euro. Dit komt neer op een netto rendement van 5,5%, oftewel 1,6% per jaar aan kosten of circa 9.000 euro over een periode van 20 jaar.  Na 10 jaar bedraagt de waarde 13.779 euro terwijl er 12.000 euro is ingelegd, maar na 5 jaar bedraagt de geprognosticeerde waarde nog slechts 5.220 euro terwijl er 6.000 euro is ingelegd. Nog steeds een verlies in plaats van een rendement.

Op basis van bovenstaande bedraagt het garantierendement voor de cliënt niet meer dan 0,5% per jaar over de gehele looptijd. Het extra rendement is afkomstig van de winstuitdeling, dat tot stand komt via beleggingen. Indirect is de polishouder dus toch afhankelijk van een beleggingsresultaat. En dat zal nu net niet de reden zijn dat voor een traditioneel product is gekozen.

Conclusie

De traditionele verzekeringen beantwoorden aan de behoefte aan zekerheid. Gevoelsmatig wordt het product geassocieerd met een spaarproduct. De kostenstructuur en het lage nettorendement past niet bij deze verwachting. Ook een verlies bij een tussentijdse beëindiging wordt niet verwacht maar is wel mogelijk. En dat de uiteindelijke winst afhankelijk is van een beleggingsresultaat verwacht en/of wenst men al helemaal niet.

Onderlinge ’s-Gravenhage levensverzekering

Pluspunten:

–                     Garantierendement
–                     Winstbijschrijving is definitief
–                     Geen onverwachte dalingen mogelijk

Minpunten:

–                     In vergelijking met sparen hoge kosten
–                     Netto (garantie)rendement te laag
–                     Kapitaalvernietiging mogelijk bij tussentijdse beëindiging
–                     Productmatch niet (altijd) bij koopmotief

Rapportcijfer: 5


Deel dit artikel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het columns overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten