Real-life monopoly-spel sinds 1971 gaande, maar hoe lang nog?

Column | Website: www.ohv.nl | Nog geen reacties

Gisteren, 132 jaar geleden, werd Charles Darrow geboren. Darrow is beroemd als bedenker van het populaire bordspel Monopoly, waarmee hij schatrijk is geworden. Het spel is in 1935 op de markt gekomen.

Het doel van het spel is zoveel mogelijk straten op te kopen en zo een monopolie te bewerkstelligen waardoor andere spelers uiteindelijk failliet gaan omdat ze de huur als ze op iemand anders zijn straat komen, niet kunnen opbrengen.

In 1971, 36 Jaar nadat het eerste exemplaar van het spel Monopoly werd verkocht, begon het Westen aan een spel dat het beste omschreven kan worden als een real life versie ervan. Dat is begonnen toen op 15 augustus 1971 – komende zondag is het 50-jarig jubileum ervan – de Amerikaanse president Richard Nixon de dollar loskoppelde van het goud en daarmee onbeperkt gelddrukken mogelijk maakte. Het is alsof bij het spel monopoly elk uur iemand langskomt met een grote stapel extra bankbiljetten. Als de prijzen van de straten niet stijgen, dan zou het spel eeuwig duren.

Dat is in de echte wereld ook gebeurd sinds 1971. De prijzen zijn meermaals over de kop gegaan met als gevolg dat een grote groep mensen van het real-life monopoly-bord zijn gestoten: de enorme economische groei en productiviteitsstijging heeft hen nauwelijks geraakt. En dat, die inflatie, had niet gehoeven.

“Het is alsof bij het spel monopoly elk uur iemand langskomt met een grote stapel extra bankbiljetten”

Bij stijgende productiviteit, technologische vooruitgang en globalisering horen dálende prijzen, niet stijgende. Die dalende prijzen zagen we wel in de twee eerdere periodes van technologische vooruitgang en globalisering, namelijk de Eerste en de Tweede Industriële Revolutie. De Derde Industriële Revolutie, die begonnen is in 1971 met het versturen van het eerste mailtje en verkoop van de eerste computerchip, bracht echter juist aanhoudende prijsstíjgingen.

De reden is dat wat ik ‘het spel’ (economische groei die steeds meer uit almaar hogere schulden moest komen) noem in mijn vorige week uitgekomen boek ‘Keerpunt 1971: over staatsschulden, werkende armen en nieuwe economische groei’ alleen met aanhoudende inflatie gespeeld kon worden, iets wat het besluit van Nixon mogelijk maakte.

Maar, zoals ik net schreef, als iemand bij het bordspel Monopoly elk uur nieuwe bankbiljetten brengt, zou het spel eeuwig duren als de prijzen niet stijgen. Alleen bij stijgende prijzen komt er een moment waarop één van de spelers monopolist wordt en het spel wint. Sinds 1971 hebben we te maken met aanhoudende inflatie, wat betekent dat ‘het spel’ uit ‘Keerpunt 1971’ ook een einde zal kennen.

In mijn optiek zitten we niet ver van dat moment vandaan. Dat de centrale banken hun officiële rentes naar 0 procent hebben verlaagd en eigenlijk niet kunnen opkrikken, is, als je het mij vraagt, een overduidelijk teken ervan. Net als dat veel bedrijven een monopolie-positie bemachtigd hebben. In meer dan driekwart van de sectoren in de Amerikaanse economie hebben slechts 1, 2 of 3 bedrijven zo goed als de hele markt in handen, blijkt uit onderzoek.

Real-life monopoly-spel sinds 1971 gaande, maar hoe lang nog?Toen iets soortgelijks gebeurde aan het einde van de Tweede Industriële Revolutie, dwong de Amerikaanse overheid spoorwegmaatschappijen zich op te splitsen in meerdere maatschappijen. Zelfs de machtige familie Rockefeller wist de dans niet te ontspringen; in 1911 verklaarde het Hooggerechtshof dat hun familiebedrijf Standard Oil een monopolie was. Het bedrijf werd opgesplitst in 34 bedrijven, waaronder bedrijven die inmiddels namen dragen als Chevron, Texaco en ExxonMobile. Je zou makkelijk kunnen concluderen dat anno 2021 een herhaling ervan nodig is om ervoor te zorgen dat de toekomstige welvaartsstijgingen geen grote groepen mensen overslaat.

Voorlopig geldt echter dat ‘het spel’ blijft doorgaan, dankzij de centrale banken die de geldpersen op volle toeren laten draaien ook nu de coronacrisis grotendeels achter de rug is. Alles wat ik lees over de komst van de digitale versies van de dollar, euro, pond et cetera komt bij mij over als niet zozeer de wens mee te gaan met het nieuwe, digitale, tijdperk maar een poging het zeer ruime monetaire beleid nog lang zeer ruim te houden zo niet nog ruimer maken. Alles wat ik van de instellingen zoals de Fed en de ECB hoor, duidt erop dat het beleid dat ze al jarenlang voeren, voorlopig gevoerd blijft. Dat betekent dat waar beleggen in het verleden een (in meerdere of mindere mate) risicovolle optie voor sparen was, beleggen tegenwoordig, en in de toekomst steeds meer, simpelweg een noodzaak zal zijn wil je je geld zeker niet verliezen.

Welkom in het nieuwe tijdperk, mede mogelijk gemaakt door om te beginnen Nixon en daarna Greenspan, Bernanke, Yellen, Powell, Draghi en anderen.


Deel dit artikel

Geschreven door:

Edin Mujagić

Edin Mujagić (1977) is macro-econoom en sinds februari 2018 hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer. Hij is gespecialiseerd in (het beleid van) de centrale banken. Edin is auteur van meerdere boeken op monetair gebied, zoals ‘Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816’ (2016) en Geldmoord (2012) en is lid van de Monetaire Kring, een discussieforum bestaande uit de hoogste ambtenaren bij de centrale bank, het Ministerie van Financiën, hoogleraren economie en senior managers bij pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen.


  • Volg mij via
Bekijk alle 60 berichten van Edin Mujagić

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het columns overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten