De Dow Jones (20.591,86) kruipt nu ongeveer een maand langs de ondergrens van de bandbreedte, die net als de bovengrens onder lichte druk staat. Het is een vorm van gebrek aan zelfvertrouwen.
Puntje van aandacht is de daling van de RSI beneden de 50. Dat wijst op een verzwakking van het sentiment, waarna op zoek zal worden gegaan naar een bodem in de markt.
De Amerikaanse aandelenmarkten zullen op de laatste beursdag van de week wat lager van start gaan. In de premarket staat de S&P -0,19%, de Nasdaq -0,14% en de Dow Jones -0,12%. De geopolitieke spanning blijft zwaar wegen. Noord-Korea zit met de vinger aan de knop om een nucleaire testraket af te vuren. Monetair is het van belang dat president Trump heeft gezegd dat Yellen kan aanblijven als Fed-president. Dat zorgt voor duidelijkheid over de renteontwikkeling en het monetaire beleid. De 10-jarige Amerikaanse rente is -0,046 op 2,25%, en daarmee volgens handelaren op weg naar de 2%. De Duitse Bunds zijn weer beneden de 2% gekomen met een verlies van 0,011 op 0,189%. De druk op de rente wordt gevoed door enerzijds een afzwakking van de inflatie en anderzijds door vluchtgedrag van aandelen in obligaties. In de VS is de PPI de afgelopen maand vrij onverwacht met 0,1% gedaald, maar op jaarbasis is nog steeds sprake van een stijging van 2,3%. Een rentedrukkend effect gaat eveneens uit van de lager dan geraamde ww-aanvragen: 234.000 in de afgelopen week tegen een taxatie van 245.000. Denk alleen niet dat nog veel geld kan worden verdiend met obligaties, zoals blijkt uit een scan van staatsobligatie-ETF’s. De risico’s zijn groter dan de kansen.
