Het past bij een wereldwijde trend: in veel Westerse landen zijn huizen sinds 2014 aanzienlijk duurder geworden, vooral in steden.
Zo is de Nederlandse ontwikkeling vergelijkbaar met die van Spanje en Denemarken: een langdurige prijsdaling na de Grote Financiële Crisis, met pas in de laatste paar jaar weer (sterk) stijgende prijzen. Maar wat ongetwijfeld meer opvalt is dat de prijzen in Australië, Zweden en in mindere mate het Verenigd Koninkrijk de juist alweer enige tijd dalen.
Het roept de vraag op of dit een voorbode is voor andere woningmarkten, waaronder de Nederlandse. Verschillende studies, waaronder deze van het Internationaal Monetair Fonds, laten immers zien dat de integratie van financiële markten en gesynchroniseerd gedrag van vastgoedbeleggers als gevolg heeft dat mondiale huizenmarkten met elkaar zijn verbonden. Zal de neergang in Stockholm en Sydney daadwerkelijk maatgevend zal blijken voor bijvoorbeeld Amsterdam? We zien dat Nederland een aantal ontwikkelingen met deze landen deelt, en nemen dit mee in onze inschatting dat er steeds minder rek zit in de prijsstijgingen in Nederland. Toch zijn er ook belangrijke verschillen tussen bijvoorbeeld Zweden en Nederland.
In heel Nederland stegen de prijzen tussen juli en september met gemiddeld 9,2% ten opzichte van het derde kwartaal van 2017. Dat is de sterkste jaar-op-jaar-prijsstijging in zeventien jaar tijd. Ook afgezet tegen dit voorjaar zijn de prijzen opmerkelijk hard gestegen: in het derde kwartaal waren koopwoningen 2,7% duurder dan in het tweede kwartaal (zie figuur 4). Dat betekent dat een gemiddeld huis in Nederland in slechts drie maanden tijd zo’n 7.000 euro duurder is geworden.
Lees het volledige verhaal op Rabobank
Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!