Interview San Lie (Morningstar): Ontwijk de valkuilen van beleggingsfondsen

Geplaatst door | Nog geen reacties Brokers, Vermogensbeheer, Interviews

Volgens San Lie, Head of Research Morningstar Benelux, kijken beleggers te veel naar hoe een beleggingsfonds in het verleden heeft gepresteerd. Het is een valkuil. Net als het grote aantal fondsen, het is een beetje te veel van hetzelfde.

Interview San Lie (Morningstar): Ontwijk de valkuilen van beleggingsfondsen“In absolute zin zijn er veel te veel fondsen, het gros daarvan heeft echt geen bestaansrecht. Maar ja, zolang beleggers er geld in blijven stoppen, is er voor de betrokken fondshuizen kennelijk weinig reden om ze te sluiten.”

San Lie: “Nog steeds zien we fondshuizen die mee willen profiteren van de vraag naar een bepaald product. In het verleden waren dat bijvoorbeeld commodity- of BRIC-fondsen; vandaag de dag komen veel fondshuizen met zogenaamde ‘absolute return’-fondsen. Tegelijkertijd zien we ook fondshuizen die zich blijven focussen op een beperkt aantal strategieën waarop ze zich hebben bewezen. Ze bouwen hooguit deze expertise verder uit naar aanpalende strategieën, iets waarmee ik kan leven.”

Waarom zouden mensen moeten beleggen in een beleggingsfonds. Is dat alleen vanwege de spreiding?
“Ik denk dat er meerdere redenen zijn waarom een actief beheerd beleggingsfonds of een passieve tracker een goede keuze voor veel beleggers is. Allereerst is er inderdaad het argument van diversificatie, oftewel spreiding. Dit hoeft uiteraard niet over 1500 namen te zijn, ook een geconcentreerd fonds met circa 35 posities kan al relatief gespreid zijn.”

“Daarnaast speelt het argument van gemak een rol; zelf een goed gespreide portefeuille opbouwen kost veel tijd en vergt veel kennis van zaken. Naast het opbouwen ervan, kost ook het onderhoud van een beleggingsportefeuille veel tijd. Herbalanceren, het volgen van alle individuele posities, het besluiten over aan- en verkopen. Je kunt dit als belegger allemaal zelf proberen, maar uitbesteden aan een professionele beheerder lijkt mij in veel gevallen de te verkiezen weg.”

Wat zijn de meest voorkomende fouten die beleggers met beleggingsfondsen maken?
“Een belangrijke fout die beleggers maken is ‘chasing past performance’, oftewel een fonds kopen dat het in het verleden goed heeft gedaan, zonder verder onderzoek te doen. Het is belangrijk te begrijpen hoe de gerealiseerde rendementen tot stand zijn gekomen en wie er verantwoordelijk voor is geweest.”

“Om met dat laatste te beginnen, zorg dat je weet wie de fondsbeheerder is van het fonds dat je interesse heeft gewekt, en probeer te achterhalen sinds wanneer hij eindverantwoordelijk is voor het fonds. Probeer vervolgens aan de hand van alle beschikbare materialen zoals factsheets, of het prospectus een beeld te krijgen van het beleggingsproces: is het met name top-downgedreven, of juist bottom-up? Probeer tot slot te achterhalen of de gerealiseerde prestaties logisch zijn te verklaren vanuit het gehanteerde proces. Pas dan weet je als belegger of je te maken hebt met een kundige beheerder of dat de prestaties het gevolg zijn van geluk.”

“Een belangrijke fout die beleggers maken is chasing past performance”

“Een andere fout is puur af te gaan op de naam van een fonds. Bekijk bijvoorbeeld via onze Style Box of een fonds dat zichzelf Value noemt, ook daadwerkelijk in value-aandelen belegt (en niet in growth-aandelen). Een laatste fout is dat beleggers te snel van fonds wisselen; een half jaar underperformance zegt helemaal niets. Je kunt een beheerder pas beoordelen over een volledige marktcyclus.”

Beheerders van fondsen hechten nogal wat waarde aan een benchmark, maar wat heeft een particuliere belegger daaraan? Hij kijkt vooral naar de eigen lokale index, in dit geval de AEX. Het gaat er toch vooral om dat een fonds het beter doet dan de index die de belegger volgt.
“Particuliere beleggers zouden er goed aan doen breder te kijken dan puur en alleen naar de AEX (en de onderliggende 25 namen). De wereld is echt veel groter dan dat, en het universum aan belegbare namen ook. Het is belangrijk dat fondsbeheerders duidelijk zijn over wat de benchmark is die zij dienen te verslaan, alleen dan weet je als belegger uiteindelijk of de beheerders wel of geen toegevoegde waarde hebben geleverd.”

“Helaas zien we nog vaak dat prospectussen erg vaag zijn over de zogenaamde beleggingsdoelstelling, er staat dan zoiets als ‘exposure naar de financiële markten bieden’. Echt ongelofelijk, maar waar.”

Fondsbeheerders wordt verweten dat zij hun eigen benchmark nauwelijks of niet kunnen verslaan. Hoe komt dat? Zijn de kosten te hoog of stemmen zij te veel de portefeuille af op de benchmark die zij volgen?
“Ik denk een combinatie van. Hoge kosten spelen zeker een belangrijke rol, vooral in een low yielding-omgeving. Je ziet in Nederland dat de afschaffing van de distributievergoedingen, waarbij de lopende kostenratio op bijvoorbeeld aandelenfondsen veelal gehalveerd zijn van bijna 2% tot onder de 1%, een positieve impact heeft op de rendementen. Verder zijn er nog te veel index-huggers in de markt die tegen relatief hoge kosten min of meer de benchmark die ze volgen repliceren.”

“Beleggen is echt een moeilijk vak. Ik denk dat het vak van fondsbeheerder echt een roeping is, voor mensen die naast kennis van zaken zowel de passie, het commitment alsook de discipline hebben om er volledig voor te gaan. Het is, in mijn ogen, geen 9-tot-5-baan. Je moet in deze competitieve omgeving echt de wil hebben er 100% voor je klanten te zijn.”

Veel fondsbeheerders hebben vastgelegd dat zij ‘verplicht’ zijn om een bepaald percentage te beleggen. Schiet dat hun doel niet voorbij.
“Nee, dat vind ik niet. Als ik een fonds kies om het Amerikaanse stuk van mijn portefeuille in te vullen, dan verwacht ik ook dat de beheerder van dit fonds voor de volledige 100% belegd is in Amerikaanse aandelen. Zie ik het als belegger even niet zitten in Amerikaanse aandelen, dan kan ik zelf besluiten deze positie (deels) af te bouwen en elders te beleggen, dan wel cash te gaan. Wil ik dit als belegger niet allemaal zelf hoeven doen, dan kies ik lekker voor een allocatie- of mixfonds. Dan laat ik mijn fondsmanager al deze keuzes maken.”

Er zijn veel soorten van beleggingsfondsen: aandelen-, obligatie-, vastgoed- en mixfondsen. Wanneer moet er voor wat worden gekozen?
“Ik denk dat mixfondsen in de basis een goede keuze voor beleggers zijn. Deze zijn er in vele soorten en maten, dus verdiep je als belegger in het team dat de fondsen beheert, maar ook de manier waarop men de allocatie doet en wat de bandbreedtes precies zijn. Het ene ‘neutrale’ mixfonds kan nogal verschillen van dat andere fonds dat ook ‘neutral’ in de naam heeft.”

“Je kunt een dergelijke kernportefeuille eventueel aanvullen met een of meerdere satelliet-fondsen, bijvoorbeeld een specifiek thema dat je aanspreekt, of een regio waar je in gelooft, maar meestal is dit niet per se nodig, gegeven de onderliggende spreiding die je mixfonds al heeft. Mocht je als belegger denken dat je er verstand van hebt, dan kan je overwegen om zelf je landen en sectorspreiding aan te brengen met een combinatie van fondsen. Regelmatig onderhoud is dan wel noodzakelijk, zowel om actief accenten aan te brengen naar die regio’s/sectoren waar je als belegger het meeste vertrouwen in hebt als om je portefeuille weer in balans te brengen.”

Hoe kun je beleggingsfondsen inzetten voor de opbouw van een pensioen? Wat is jouw blauwdruk? En wat moet je doen als het inkomen uit die fondsen belangrijker is geworden dan de vermogensaanwas?
“Er zijn interessante proposities voor beleggers die fondsen willen gebruiken voor de opbouw van hun pensioen. Target Date of Life cyclefondsen zijn hier een goed voorbeeld van. Deze passen hun asset allocatie aan naarmate je dichter bij je pensioenleeftijd komt. Dit soort fondsen zijn in de Verenigde Staten zeer populair. In Nederland is er nog weinig vraag naar, ook al bestaan ze al best lang. Dit heeft ermee te maken dat veel Nederlanders nog op Vadertje Staat rekenen als het gaat om hun pensioen. Het besef dat de gemiddelde Nederlander meer verantwoordelijkheid moet gaan nemen voor zijn eigen pensioen druppelt langzaamaan door.”

“Wat betreft inkomen uit fondsen, bestaan er voor de meeste fondsen – naast een zogenaamde accumulerende klasse (waarin de winsten en dividenden automatisch geherinvesteerd worden) – ook zogenaamde uitkerende fondsklassen. Daarnaast zijn er meer en meer fondsen die zich bijvoorbeeld richten op aandelen met een hoog dividend, of middels optieconstructies proberen meer inkomen uit de onderliggende holdings te persen.”

Velen hebben het over een opmars van de ETF’s, de ter beurze genoteerde beleggingsfondsen. Hoe groot is hun aandeel en wat zal dat in de toekomst zijn?
“ETF’s maken een gigantische opmars. In de VS maken deze inmiddels meer dan een derde van het belegd vermogen uit. In Europa ligt dat percentage ongeveer op de helft, maar het marktaandeel groeit hard. Voor een deel is dit structureel, voor een deel meer cyclisch, zou ik zeggen. Het structurele deel ligt deels bij een aantal institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, die op een gegeven moment de keuze hebben gemaakt om van actief naar passief te switchen na een aantal teleurstellende resultaten van hun actieve managers. Deze zie ik niet zo snel weer de switch naar actief maken. Daarnaast zie je ook dat onder particulieren steeds meer beleggers kiezen voor een passieve portefeuille.”

“ETF’s maken een gigantische opmars”

“Ik heb hier alle begrip voor; veel actieve beheerders hebben het laten afweten de afgelopen jaren, ze hebben beleggers simpelweg teleurgesteld. Ik hoop dat particuliere beleggers deze keuze bewust maken en niet uit luiheid of uit onwetendheid. Het kiezen van de juiste ETF’s (en misschien nog belangrijker: de onderliggende indices) vergt veel werk. Daarnaast hebben ook niet alle actieve beheerders lousy werk gedaan; er bestaan hele kundige beheerders die echt hebben laten zien toegevoegde waarde te bieden. Deze zie ik persoonlijk liever in mijn portefeuille, dan trackers die per definitie achterblijven bij de benchmark.”

Zijn ETF’s echt zoveel goedkoper dan beleggingsfondsen?
“Over het algemeen kun je dat wel stellen. Zelfs na de afschaffing van de distributievergoedingen in Nederland zijn ETF’s steeds goedkoper geworden. Tegelijkertijd moet je goed kijken welke klasse van een ETF je koopt en moet je rekening houden met een spread die mede afhankelijk van de onderliggende index en de liquiditeit van de ETF nogal kan oplopen.”

“Plain vanilla ETF’s op een index zijn tegenwoordig vaak te koop voor een paar basispunten, maar naarmate je meer toeters en bellen aan je ETF koopt (zoals Equal Weighting, danwel Leveraging) gaan de kosten een paar keer over de kop.”

Is het nu het juiste moment om in beleggingsfondsen of ETF’s te stappen?
“Vandaag is een goed moment, gisteren was dat ook en hetzelfde geldt ook voor morgen. Maak het voor jezelf zo simpel en saai mogelijk. Heb je de fondsen naar je keuze gevonden, stort dan maandelijks (afhankelijk van je beleggingshorizon, je doelstelling alsook de risico’s die je kan en wilt lopen) een vast bedrag in deze fondsen. Niet meer, niet minder.”

“Heb je een mixfonds in je portefeuille, kijk dan maximaal één keer per jaar naar de geleverde prestaties. Heb je zelf een mix aan fondsen samengesteld, dan zou je wat vaker kunnen kijken, maar houd het aantal transacties zo beperkt mogelijk, die kosten over het algemeen alleen maar geld, en leveren relatief weinig op.”

In het verleden vonden beleggers het interessant om in thema’s te beleggen als infrastructuur, biotech en farma. Is die belangstelling nog steeds zo groot of zijn beleggers hun accenten aan het verleggen?
“We zien, gelukkig, dat beleggers steeds verstandiger worden. Zo is de flow richting mixfondsen de afgelopen jaren erg fors geweest. Ik heb op zich niets tegen bovengenoemde thematische fondsen (er zitten ook hele goede tussen), maar ze zijn voor de gemiddelde particulier weinig bruikbaar, met name vanwege het zogenaamde timingsaspect. Wanneer zet ik een dergelijk thema aan in de portefeuille en wanneer neem je winst en bouw je af? Dit is voor een professionele beheerder al lastig, laat staan voor een gemiddelde particulier.”

Wat zijn volgens jullie, drie door Morningstar hoog gewaardeerde fondsen of ETF’s?
San Lie, trots: “Ik zou zeggen alle fondsen met een Gold, Silver of Bronze rating vinden we het overwegen waard voor beleggers. Verkijk je niet: achter een dergelijke rating zit heel wat onderzoekswerk. Vaak hebben we de fondsbeheerder en zijn team meerdere malen op locatie bezocht, hebben we het beleggingsproces helemaal doorgelicht en op alle mogelijke manieren de prestaties beoordeeld. Ik ken geen andere partij die dit op soortgelijke wijze doet.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in cash magazine nummer 3 2016. Wilt u het magazine ook ontvangen? Klik dan hier.

Elke ochtend beleggingstips ontvangen? Meld u gratis aan voor Cashcow Daily!


Deel dit artikel

Geschreven door:

Eddy Schekman (Columns)

Eddy Schekman woont en werkt vanuit China en houdt zich vooral bezig met duiding van het financiële nieuws voor ondernemende beleggers. Sinds 2008 publiceert hij voornamelijk voor het platform CASH.


Bekijk alle 79 berichten van Eddy Schekman (Columns)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar het nieuws overzicht

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten