De Amerikaanse aandelenmarkten zullen vandaag verdeeld openen en om het slot van gisteren bewegen. In de premarket staat de Nasdaq +0,05% en de Dow Jones -0,11%. Europa is verdeeld met een daling van de DAX van 0,3% en een stijging van de AEX met 0,4%. Voor de Nasdaq (8.265,62) ligt op dag-, week- en maandbasis de bovengrens van de Bollinger Band rond 8.400.
De FTSE doet het relatief goed met een winst van 0,9%. Dat wordt voor een derde veroorzaakt door de daling van het pond/sterling naar 1,2878. In het VK is de PMI-industrie gedaald naar 48,3 in november van 49,6 in oktober. Sinds medio 2018 lijkt de aandelenmarkt redelijk ongevoelig voor een verslechtering van de PMI, die algemeen als voorbode gezien voor het economische klimaat.
Europese overheden moeten meer uitgeven en investeren om de groei aan te jagen, dat zegt de nieuwe ECB-president Lagarde. Op deze wijze kunnen wereldwijde economische onzekerheden het hoofd worden geboden. Het is duidelijk dat de ECB geen stimulerende katalysator meer kan zijn. De oproep dat overheden meer moeten doen is begrijpelijk en politiek geladen, maar tegelijkertijd moeilijk te verdedigen tegen de achtergrond van de hoge schulden als percentage van het BNP. Voor de 5 grootste economische blokken in de wereld is die schuld voor de VS 106%, Eurozone 88%, China 51%, Japan 238% en Duitsland 62%.
Een scan op basis van de aandelen in de AEX en Dow Jones wijst uit dat ABN Amro, McDonald’s, Cisco en Unilever een opvallend lage RSI hebben en daardoor relatief meer kans bieden op een stijging dan Takeaway, Apple, Walt Disney en Intel met een RSI van minimaal 65.
