Het inflatiegevaar in landen als China en India verdwijnt in het najaar. Daardoor stijgt de waarde van bedrijven in deze landen en worden deze markten aantrekkelijker voor aandelenbeleggers. Dat blijkt uit het meest recente marktrapport van Skagen Funds.
Stabilisering grondstoffenprijzen
De oplopende inflatie in China en India wordt vooral gedreven door de stijgende prijzen voor olie en andere grondstoffen. En doordat de grondstoffenprijzen de afgelopen maanden nauwelijks gestegen zijn, heeft dit een gunstig effect op de inflatie. Cathrine Gether, fondsmanager bij Skagen: ‘Voor grondstofproducerende landen als Brazilië, Saoedi-Arabië en Noorwegen werkten de hoge prijzen positief uit, maar voor China en India juist niet: hun fabrikanten hebben een lagere winstmarge.’
Stijgende grondstoffenprijzen brengen tegelijk sociale onrust met zich mee. Gether ‘Oplopende prijzen van soft commodities, zoals graan en rijst, hebben een directe impact op de portemonnee van de consument. Daarom hebben diverse landen hun economisch beleid op voedselprijzen aangescherpt.’ Die maatregelen blijken effect te hebben gehad. De voedselprijzen stabiliseren. Bovendien heeft China het monetaire beleid aangescherpt: banken hebben meer reserves.
Griekse schuldenproblematiek in nieuw perspectief
Doordat de welvaart stijgt, versterken China en India zich steeds verder in de mondiale economie. Dat plaatst voor Skagen de Griekse schuldencrisis in een ander perspectief. Gether: ‘In China en India wonen 2,6 miljard mensen, in Griekenland 11 miljoen. De gevolgen van Zuid-Europese economische problemen zijn dus relatief gezien erg klein in macro-economisch perspectief.’
De stabilisering van de inflatie werkt door in Europa. Gether: ‘De welvaart in opkomende landen neemt fors toe door razendsnelle technologische ontwikkelingen en een efficiëntere inrichting van de landbouw.’
