Prijzen van woonhuizen in industrielanden hebben zich, gemiddeld genomen, gestabiliseerd sinds de crisis van 2007-2009. Maar dit gegeven verhult de enorme verschillen tussen individuele landen. Nederland behoort tot de landen met de grootste daling. Het moet slechts vijf landen voor laten gaan, waaronder koploper Ierland en nummer twee de VS.
Er zijn zeer grote verschillen tussen de ‘hoogvliegers’ en ‘laagvliegers’, maar het is lastig elk onder één noemer te vangen, constateert Goldman Sachs. Het onderscheid tussen ‘kern’ en periferie in de eurozone werkt bijvoorbeeld niet. Terwijl de Nederlandse markt een enorme klap heeft gehad, zijn de huizenprijzen in België en Duitsland gestegen. In Scandinavië behoren Noorwegen en Zweden tot de hoogvliegers, terwijl Denemarken een klap heeft gekregen. Hoogvliegers Noorwegen, Canada en Australië hebben het bezit van grondstoffen als gemeenschappelijke noemer.
Het belangrijkste probleem voor beleidsmakers is de kwantitatieve verruiming in de VS, GB, eurozone en Japan waarvan de effecten doordruppelen naar andere landen en voeding zou kunnen geven aan snelle stijging van prijzen.
Commentaar Eddy Schekman:
Weinig bemoedigend is het vooruitzicht voor de huizenprijs (gemiddeld 223.200 euro) als naar de chart wordt gekeken. Dan kan slechts de conclusie worden getrokken dat de correctie op de prijsstijging van 60.000 euro naar 250.000 euro nog niet voorbij is. Het is niets bijzonders dat na de prijsdaling in 2008 van 250.800 euro naar 218.700 een correctie volgde naar 236.000 in 2010, die zich bijna voltrok volgens de handboeken van de technische analyse.
Als het waar is – en waarom niet – dat de technische analyse kan worden toegepast op de huizenmarkt, dan kunnen de prijzen met nog eens bijna 15% dalen naar 190.000 euro. Het totale verlies zou dan uitkomen op 24%. Tijdens de crisis is de huizenprijs in de VS met 30% gedaald en in Spanje gaat het dezelfde kant op; ook sommige Aziatische markten staat een vergelijkbaar verlies te wachten.
Het is niet reëel om te verwachten dat de banken de geldkraan zullen opendraaien: de gemiddelde woning met een waarde van 223.200 euro is gefinancierd met een hypotheek van 250.000 euro. Banken mogen de risico’s niet vergroten en helemaal niet als zij denken – wat ze doen – dat de huizenprijs vooralsnog blijft dalen.
GS 2012-11-08 Global Economics Weekly.pdf
